Ga naar de inhoud

Preventie en voeding

Tekenbeet voorkomen

● Een tekenbeet kun je oplopen in het bos, de duinen, heidevelden en graslanden, maar ook in de eigen tuin of in het park. Teken zitten het liefst op een warme en vochtige plek in hoog gras, lage struiken of andere lage begroeiing. Hebben ze een bloedmaaltijd nodig, dan wachten ze op zo’n plek tot er een mens of dier langs komt waar ze dan op gaan zitten. Vervolgens zoeken ze dan een geschikte plek – zoals knieholte, oksel, nek – om zich met hun zuigorgaan in de huid vast te zetten om meteen daarna aan de bloedmaaltijd te beginnen.

Er zijn een aantal gebieden in Nederland waar erg veel teken zijn. Zie kaartje. In deze risicogebieden dient men, vooral in de maanden mei en juni, extra alert te zijn op teken.

De kans om in de natuur gebeten te worden door een teek wordt kleiner door bedekkende en goed sluitende kleding te dragen.

Gaat men met de blote huid de natuur in  dan is het verstandig om deze in te smeren met een natuurlijk tekenwerend middel.

Na een bezoek in de natuur (wandelen, kamperen) of werken in de tuin, is het belangrijk om de huid te controleren op teken. Controleer met name ook de warme en vochtige plekken zoals de oksels, de liezen, de knieholtes, de bilspleet, en vooral bij kinderen ook op het hoofd, achter de haargrens en achter de oren.

Wat te doen bij een tekenbeet?

● Teek verwijderen

Een teek die in de huid vastzit moet er als het kan in één keer uit worden getrokken. Hiervoor kan een tekentang of tekenpincet (zie webshop) behulpzaam zijn. Bij het uittrekken moet men de teek niet draaien of pletten. Ook moet men niets op de teek smeren of sproeien en ook niet met vuur (aansteker) bewerken. Door al deze onverstandige maatregelen zal de teek onwel worden en zijn maagdarminhoud in de huid uitbraken. Hierdoor wordt de kans op besmetting juist groter. Verwijdert men een teek binnen 24 uur dan is de kans op besmetting klein. Na het verwijderen wondje desinfecteren met alcohol.

● Nazorg/ behandeling

◊ Het is niet mogelijk om direct na een tekenbeet vast te stellen of besmetting heeft plaats gevonden.

◊ Het is wel mogelijk om de teek op te sturen voor onderzoek. Het duurt ongeveer één week voordat men de uitslag heeft. Voor meer info klik hier.

◊ Een huisarts kan pas na enkele weken een lymetest laten doen. Lymetesten zijn helaas onvoldoende betrouwbaar.

◊ Er zijn huisartsen die al direct na een tekenbeet een antibioticakuur voorschrijven. De vraag is of dit zinvol is. In Nederland is de kans om na de steek van een teek besmet te raken met Borrelia en/of een co-infectie, momenteel ca. 5%. En verder is het zo dat een besmetting bij lang niet iedereen tot een infectie leidt. Wanneer ons immuunsysteem op een gezonde, voldoende krachtige manier een antwoord kan geven op de besmetting of infectie dan heeft de beet geen verdere gevolgen. Dit moet men afwegen tegen de effecten van antibiotica. De antibiotica kan de besmetting met succes de kop indrukken. Maar het kan ook zijn dat dit niet gebeurt en dat door de antibiotica de eigen afweer, het immuunantwoord, onderdrukt wordt, waardoor de infectie juist geholpen wordt.

◊ Vormt zich na enkele dagen of later een rode uitslag dan is er – met 100% zekerheid – sprake van infectie. Gecombineerd hiermee kunnen ook klachten optreden (koorts, hoofdpijn, spierpijn, vermoeidheid, tintelingen, gewrichtsklachten en meer). Deze klachten kunnen ook zich ook zonder rode huiduitslag voordoen. Doen deze klachten zich voor zonder huiduitslag dan niet niet voor 100% zeker dat het om lyme gaat maar de kans dat het om lyme gaat is – als deze klachten volgen op een tekenbeet – wel groot. In al deze gevallen is het raadzaam om een geneeskundige te raadplegen.

Voeding & leefstijl Te vermijdenOok op het gebied van voeding en gewoontes kan iedere lymepatiënt veel zelf doen. Met onze voeding en onze manier van leven kunnen we het zelfgenezend vermogen van ons lichaam zowel belasten als stimuleren. Door roken, door het gebruik van alcohol, andere drugs en overmatige prikkels van media-apparatuur, belasten we ons lichaam. Heeft de ziekte van Lyme je serieus te pakken, dan is zaak om dit soort gewoontes te beperken. Negatief werkt ook gejaagdheid in combinatie met te weinig rust en slaap. Deze feiten en adviezen zijn voor de meeste mensen geen nieuws. Toch noemen we het hier want het is bij aandoeningen waarbij het immuunsysteem zwak is (zoals bij Lyme) echt heel belangrijk om dit immuunsysteem niet nog verder te verzwakken. Die reserve is er niet. De lymepatiënt doet er daarom goed aan om kritisch naar de eigen voedingsgewoonten en leefstijl te kijken. Stel jezelf de vraag “wat kan ik verbeteren”. En als het antwoord dan bestaat uit een lange waslijst met erg veel verbeterpunten, bedenk dan wel dat je niet alles in één keer kan aanpakken. Kleine stapjes en die dan proberen vol te houden werkt vaak het beste. Stel wel prioriteiten.    
Voeding algemeenAls het om voeding gaat dan doet men er goed aan om zoveel mogelijk met vaste regelmaat te kiezen voor een evenwichtig samengestelde maaltijden. Verse onbespoten groente en fruit. Groentes niet te lang doorkoken. Verse zuivel. Niet te veel vlees, liever af en toe vis of iets van peulvruchten. Dagelijks volkoren graanproducten. Niet te veel snoep (= suiker). Wel veel drinken, als het kan kruidenthee en mineraalwater. Belangrijk is ook zeker dat het eten met aandacht wordt bereid en met rust wordt gegeten.  Bij ziektes zoals de ziekte van Lyme is het vaak nodig om de voeding aan te vullen met veel vitamine, vezelstoffen, mineralen, aminozuren en als het kan ook met antioxidanten en andere waardevolle plantenstoffen.  
Beweging, sportBij Lyme is het zondermeer goed, eigenlijk een must, om veel te bewegen. Topsport is niet de bedoeling. Maar wel sportieve activiteit waarbij het lichaam warm wordt en goed loskomt en waarbij door regelmatige uitoefening enige conditie wordt opgebouwd is heel gunstig. Prestaties leveren is niet belangrijk maar zweten en moe worden is prima. Er zijn tal van leuke en ontspannende sporten die hieraan voldoen. Sport en activiteit zijn bevorderlijk voor het ‘weer sterk worden’ en het verhogen van de weerstand, dus verbetering van de immuniteit. Juist ook omdat de lymebacterie zich graag ophoudt in stijve en koude plekken in het lichaam is het van belang om het lichaam soepel, actief, warm en beweeglijk te maken. In een gezond gevoed en actief lichaam voelt de ziekte van Lyme zich gewoon minder thuis.  
OmgevingAan ons immuunsysteem kunnen we ook werken door aandacht te besteden aan onze omgeving. Het immuunsysteem zorgt er normaal gesproken voor dat we vanuit onze omgeving geen schadelijke invloeden ondergaan. Het afweersysteem kunnen we als het ware weer actief maken, prikkelen door bijvoorbeeld er op uit te gaan. Een flinke wandeling in de natuur, een uitje of een vakantie in een andere omgeving geeft prikkels aan ons immuniteit, aan onze ‘grenzen’ naar buiten toe. Weer opnieuw gezond maken van onze grens met de buitenwereld kan ook gestimuleerd worden door middel van ontmoeting en uitwisseling, dus door sociale activiteiten en ook door kunstzinnige activiteiten. In het algemeen door dingen, hoe bescheiden ook, te ondernemen.Wat de lymepatiënt in zijn of haar omgeving zeker moet vermijden is contact met milieubelastende stoffen, met name stoffen die zware metalen bevatten. MotivatieVoor iedere therapie is het een voorwaarde dat de wil bestaat om beter te worden. De therapie is ten slotte alleen maar hulpmiddel, de weg. Hoe sterker de motivatie om te ‘overwinnen’ hoe beter.